Impact van de CRvB-uitspraak van 30 juli 2024 op WIA en WAO dagloonberekening
Als arbeidsmedisch expert is het mijn taak om inzicht te bieden in de complexe wereld van sociale zekerheid en arbeidsongeschiktheidsregelingen in Nederland. De vraag die hier centraal staat betreft de toepassing van een specifieke uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op de berekening van het dagloon voor zowel de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) als de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Inleiding
De CRvB is het hoogste rechtscollege in Nederland op het gebied van sociale zekerheid en ambtenarenrecht. Een uitspraak van de CRvB kan een precedent scheppen dat invloed heeft op de uitvoering van wetgeving door instanties zoals het UWV. De uitspraak van 30 juli 2024 betreft de wijze waarop loonloze tijdvakken in acht worden genomen bij de berekening van het dagloon voor de WIA.
WIA Dagloonberekening
De WIA is een wet die voorziet in een uitkering voor werknemers die na twee jaar ziekte nog steeds gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt zijn. Voor de berekening van de hoogte van de WIA-uitkering wordt een refertejaar gehanteerd, waarin het gemiddelde dagloon wordt berekend. Traditioneel werden loonloze tijdvakken, zoals periodes van onbetaald verlof of werkloosheid, niet meegenomen in de berekening van het dagloon, omdat deze niet representatief zijn voor de gebruikelijke verdiensten van een werknemer.
De uitspraak van de CRvB op 30 juli 2024 bevestigde deze interpretatie: loonloze tijdvakken mogen niet worden meegenomen in de dagloonberekening voor de WIA. Deze beslissing werd genomen om te zorgen voor een eerlijkere en meer representatieve berekening van het dagloon, waardoor werknemers een uitkering ontvangen die beter aansluit bij hun normale verdiensten.
WAO Dagloonberekening
De WAO is een oudere regeling die al sinds 1998 is vervangen door de WIA voor nieuwe gevallen van arbeidsongeschiktheid. Echter, sommige individuen ontvangen nog steeds uitkeringen onder de WAO. Hoewel de uitgangspunten voor dagloonberekeningen in beide wetten vergelijkbaar zijn, zijn er enkele verschillen in de uitvoeringspraktijk en regelgeving.
De vraag of de CRvB-uitspraak ook van toepassing is op de WAO-dagloonberekening vereist een nadere analyse van de wettelijke kaders en eerdere jurisprudentie. Het is belangrijk om op te merken dat de CRvB zich in het verleden vaak heeft uitgesproken over de relevantie van loonloze tijdvakken bij de berekening van het dagloon onder de WAO.
Jurisprudentie en Relevantie voor de WAO
Historisch gezien heeft de CRvB in vergelijkbare zaken geoordeeld dat loonloze tijdvakken niet relevant moeten worden geacht voor de WAO-dagloonberekening, omdat zij niet representatief zijn voor de gebruikelijke inkomsten van een werknemer. De beslissing van 30 juli 2024 kan dan ook worden gezien als een bevestiging van deze lijn van redenering.
Protocollen en vakliteratuur, zoals de “Dagloonregels voor de sociale verzekeringen” van het UWV, hebben altijd benadrukt dat het doel van de dagloonberekening is om een zo accuraat mogelijk beeld te geven van het normale inkomen van een werknemer. Deze richtlijnen zijn zowel van toepassing op de WIA als op de WAO, tenzij specifieke uitzonderingen zijn vermeld.
De CRvB-uitspraak van 30 juli 2024, hoewel direct betrekking hebbend op de WIA, kan dus indirect ook van invloed zijn op de WAO. De CRvB heeft in het verleden consistent aangegeven dat loonloze tijdvakken niet moeten worden meegenomen bij de berekening van het dagloon, ongeacht of het gaat om de WIA of WAO.
Conclusie
Samenvattend kan worden gesteld dat de CRvB-uitspraak van 30 juli 2024, die bevestigt dat loonloze tijdvakken niet meetellen voor de WIA-dagloonberekening, ook van toepassing is op de WAO-dagloonberekening. Dit wordt ondersteund door eerdere jurisprudentie en de algemene principes die ten grondslag liggen aan de dagloonberekeningen in beide regelingen.
Belangrijk is dat deze uitspraak en de onderliggende principes bijdragen aan een eerlijke en consistente toepassing van de sociale zekerheidswetten, waardoor werknemers een uitkering ontvangen die beter aansluit bij hun normale verdiensten. Voor specifieke gevallen en verdere verduidelijking kan het raadzaam zijn om juridisch advies in te winnen of contact op te nemen met het UWV.