Recht op Bezwaar tegen de Verwerking van Persoonsgegevens volgens de AVG
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), ook bekend als de General Data Protection Regulation (GDPR) in het Engels, biedt individuen uitgebreide rechten met betrekking tot hun persoonsgegevens. Een van deze rechten is het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van hun persoonsgegevens. Dit recht is cruciaal om individuen controle te geven over hoe hun persoonlijke informatie wordt gebruikt en verwerkt door organisaties.
Wetsartikel: Artikel 21 van de AVG
Het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van persoonsgegevens is vastgelegd in Artikel 21 van de AVG. Dit artikel stelt dat een betrokkene het recht heeft om te allen tijde bezwaar te maken tegen de verwerking van hun persoonsgegevens vanwege hun specifieke situatie. Dit geldt met name wanneer de verwerking plaatsvindt op basis van een taak van algemeen belang of een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, punten e) of f) van de AVG.
Artikel 21 van de AVG luidt als volgt:
- De betrokkene heeft het recht om vanwege met zijn of haar specifieke situatie verband houdende redenen te allen tijde bezwaar te maken tegen de verwerking van hem of haar betreffende persoonsgegevens die is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder e) of f), met inbegrip van profilering op basis van die bepalingen. De verwerkingsverantwoordelijke staakt de verwerking van de persoonsgegevens tenzij hij dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking aanvoert die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de betrokkene of die verband houden met de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering.
- Wanneer persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van direct marketing, heeft de betrokkene het recht om te allen tijde bezwaar te maken tegen de verwerking van hem of haar betreffende persoonsgegevens voor dergelijke marketing, met inbegrip van profilering voor zover deze verband houdt met dergelijke direct marketing.
- Wanneer de betrokkene bezwaar maakt tegen verwerking voor direct marketing doeleinden, mogen de persoonsgegevens niet langer voor die doeleinden worden verwerkt.
- Uiterlijk op het tijdstip van het eerste contact met de betrokkene wordt dit recht uitdrukkelijk onder de aandacht van de betrokkene gebracht en wordt het duidelijk en apart van andere informatie gepresenteerd.
- In het kader van het gebruik van diensten van de informatiemaatschappij en in afwijking van Richtlijn 2002/58/EG, kan de betrokkene zijn of haar recht om bezwaar te maken uitoefenen door middel van geautomatiseerde procedures waarbij gebruik wordt gemaakt van technische specificaties.
- Wanneer persoonsgegevens worden verwerkt voor wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, heeft de betrokkene vanwege met zijn of haar specifieke situatie verband houdende redenen het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van hem of haar betreffende persoonsgegevens, tenzij de verwerking noodzakelijk is voor de uitvoering van een taak van algemeen belang.
Relevantie voor de Arbeidsmedische Praktijk
In de arbeidsmedische praktijk is het van essentieel belang om te begrijpen hoe het recht op bezwaar binnen de AVG werkt, vooral wanneer het gaat om de verwerking van gezondheidsgegevens. Gezondheidsgegevens worden beschouwd als bijzondere categorieën van persoonsgegevens, waarvoor strengere regels gelden vanwege hun gevoelige aard.
Arbeidsmedische professionals moeten ervoor zorgen dat zij adequate maatregelen nemen om de rechten van werknemers te beschermen en te waarborgen dat de verwerking van hun gegevens in overeenstemming is met de AVG. Dit betekent onder meer dat als een werknemer bezwaar maakt tegen de verwerking van zijn of haar gezondheidsgegevens, de arbeidsmedische dienst moet kunnen aantonen dat er dwingende gerechtvaardigde gronden zijn voor de verwerking die zwaarder wegen dan de rechten van de werknemer, of dat de verwerking noodzakelijk is voor rechtsvorderingen.
Jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB)
Hoewel er mogelijk geen directe jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) specifiek over artikel 21 van de AVG is, zijn er wel zaken die de bredere context van gegevensbescherming en privacyrechten in de arbeidsrelatie behandelen. Jurisprudentie van de CRvB kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de balans tussen privacyrechten van werknemers en de noodzaak voor werkgevers om bepaalde persoonsgegevens te verwerken, wat een nuttige analogie kan bieden.
Het is daarom aan te raden voor arbeidsmedische experts om op de hoogte te blijven van relevante uitspraken van de CRvB die betrekking hebben op privacy en gegevensbescherming, zelfs als deze niet direct artikel 21 van de AVG behandelen.
Conclusie
Het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van persoonsgegevens is een belangrijk onderdeel van de AVG en is vastgelegd in artikel 21. Voor arbeidsmedische professionals is het essentieel om de implicaties van dit recht te begrijpen en toe te passen in hun dagelijkse praktijk, met name bij de verwerking van gevoelige gezondheidsgegevens van werknemers. Door het waarborgen van de rechten van werknemers op basis van de AVG kunnen arbeidsmedische experts bijdragen aan een evenwichtige en eerlijke behandeling van persoonsgegevens in de werkrelatie.