De Volgorde van WIA-beoordeling: Arbeidsdeskundige versus Verzekeringsarts
In Nederland is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) een belangrijke wet die werknemers ondersteunt die langdurig arbeidsongeschikt zijn. Een essentieel onderdeel van het proces om in aanmerking te komen voor WIA-uitkeringen is de beoordeling door zowel een verzekeringsarts als een arbeidsdeskundige. Er is vaak verwarring over de juiste volgorde van deze beoordelingen. In deze analyse bekijken we of het logisch is dat de arbeidsdeskundige voorafgaand aan de verzekeringsarts een beoordeling uitvoert en welke protocollen en jurisprudentie hierop van toepassing zijn.
De WIA-beoordelingsprocedure
De WIA-beoordelingsprocedure begint doorgaans met een medisch onderzoek door de verzekeringsarts. Dit onderzoek richt zich op de medische beperkingen van de aanvrager. Na deze medische beoordeling volgt een arbeidsdeskundig onderzoek. De arbeidsdeskundige bekijkt welke soorten werk de aanvrager nog kan uitvoeren, rekening houdend met de beperkingen die door de verzekeringsarts zijn vastgesteld.
Standaardvolgorde: Eerst de Verzekeringsarts
Volgens de standaardprocedures zoals vastgelegd in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten, start het WIA-beoordelingsproces met de medische beoordeling door de verzekeringsarts. De verzekeringsarts stelt een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) op, waarin de medische beperkingen van de werknemer worden gedocumenteerd. Deze lijst vormt de basis voor de arbeidsdeskundige beoordeling.
De arbeidsdeskundige gebruikt de FML om te bepalen welke functies de werknemer nog kan uitoefenen en wat het theoretisch verdienvermogen is. Het is logisch dat de arbeidsdeskundige pas aan de slag kan nadat de verzekeringsarts zijn of haar werk heeft gedaan, omdat de arbeidsdeskundige afhankelijk is van de medische gegevens om een juiste inschatting te maken van de arbeidsmogelijkheden van de werknemer.
Uitzonderlijke Situaties en Jurisprudentie
Er zijn echter situaties waarin de volgorde kan variëren. Dit kan afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden van de aanvrager of organisatorische overwegingen binnen het UWV. Het is ook mogelijk dat er op basis van eerdere medische gegevens al een voorlopige inschatting door de arbeidsdeskundige wordt gemaakt. In de praktijk komt het echter zelden voor dat de arbeidsdeskundige het proces start.
In de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste rechterlijke instantie op het gebied van het sociale zekerheidsrecht, zijn er weinig tot geen uitspraken die een afwijkende volgorde rechtvaardigen. De CRvB heeft in verschillende zaken (bijv. CRvB 21-09-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3578) bevestigd dat de medische beoordeling leidend is voordat er een arbeidsdeskundige inschatting kan plaatsvinden.
Praktische Overwegingen
Hoewel de standaardvolgorde eerst een medische beoordeling door de verzekeringsarts voorschrijft, kunnen er praktische redenen zijn waarom iemand eerst een uitnodiging voor een gesprek met de arbeidsdeskundige ontvangt. Bijvoorbeeld, als er organisatorische vertragingen zijn bij de verzekeringsarts of als de arbeidsdeskundige al over voldoende medische informatie beschikt om een voorlopige beoordeling te maken.
Ondanks deze praktische overwegingen, blijft het cruciaal dat de uiteindelijke arbeidsdeskundige beoordeling gebaseerd is op de meest recente en accurate medische gegevens, zoals opgesteld door de verzekeringsarts.
Conclusie
In conclusie, de standaard en meest logische volgorde binnen het WIA-beoordelingsproces is dat de verzekeringsarts eerst de medische beperkingen beoordeelt voordat de arbeidsdeskundige aan de slag gaat. Deze volgorde is vastgelegd in protocollen en ondersteund door jurisprudentie van de CRvB. Hoewel er uitzonderlijke situaties kunnen zijn waarin de volgorde anders is, is het essentieel dat de arbeidsdeskundige altijd de medische beoordeling als basis gebruikt voor zijn of haar inschattingen. In de meeste gevallen zou het dus als ongebruikelijk kunnen worden beschouwd als een arbeidsdeskundige beoordeling voorafgaat aan die van de verzekeringsarts.