Is een Second Opinion van een Bedrijfsarts Bindend?
In de arbeidsgezondheidszorg is er vaak sprake van complexe situaties waarbij werknemers en werkgevers te maken krijgen met medische beoordelingen van bedrijfsartsen. Een belangrijk element in dit proces is de mogelijkheid tot het aanvragen van een second opinion. In dit artikel zal ik als arbeidsmedisch expert de vraag beantwoorden of een second opinion van een bedrijfsarts bindend is. Hierbij maak ik gebruik van protocollen, vakliteratuur en jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB).
Wat is een Second Opinion?
Een second opinion in de context van de arbeidsgezondheidszorg verwijst naar een beoordeling door een andere bedrijfsarts dan degene die oorspronkelijk betrokken was bij de medische beoordeling van de werknemer. Dit kan aangevraagd worden door de werknemer wanneer er twijfel bestaat over de juistheid of objectiviteit van het advies van de eerste bedrijfsarts.
Protocollen en Richtlijnen
De richtlijnen voor een second opinion zijn vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet en de daarbij behorende regelgeving. Volgens de Wet verbetering poortwachter en de bijbehorende regelgeving heeft een werknemer het recht om een second opinion aan te vragen als er onenigheid is over het medische advies. De werknemer kan bij de werkgever verzoeken om een second opinion, die dan moet worden uitgevoerd door een andere, onafhankelijke bedrijfsarts.
Volgens het NVAB-protocol (Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde) moet de second opinion worden uitgevoerd door een bedrijfsarts die geen enkele betrokkenheid heeft gehad bij de eerdere beoordeling. Dit is om de objectiviteit en onafhankelijkheid van de beoordeling te waarborgen.
Bindendheid van de Second Opinion
De kernvraag is of de uitkomst van een second opinion bindend is voor de betrokken partijen. Volgens de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is dit niet het geval. De uitspraak van de CRvB op 12 maart 2014 (ECLI:NL:CRVB:2014:875) verduidelijkt dat de second opinion niet bindend is voor de werkgever of de werknemer. Beide partijen behouden de vrijheid om het advies naast zich neer te leggen, hoewel ze wel verplicht zijn om het serieus in overweging te nemen.
In de praktijk betekent dit dat werkgevers en werknemers het advies van de second opinion moeten meenemen in hun besluitvorming, maar niet verplicht zijn om het op te volgen. De werkgever heeft nog steeds de mogelijkheid om te vertrouwen op het oorspronkelijke advies van de eerste bedrijfsarts, mits dit goed onderbouwd is.
Jurisprudentie en Voorbeelden
Uit de jurisprudentie blijkt dat de CRvB in meerdere gevallen heeft geoordeeld dat een second opinion een adviserende rol heeft, maar niet bindend is. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van 10 oktober 2018 (ECLI:NL:CRVB:2018:3210), waarin de Raad oordeelde dat een second opinion gezien moet worden als een advies dat betrokkenen serieus moeten overwegen, maar dat uiteindelijk de beslissingsvrijheid bij de werkgever en werknemer blijft liggen.
De CRvB heeft ook benadrukt dat het in de geest van de wet is dat partijen het advies serieus in overweging nemen, en dat zij bij afwijking hiervan een goede onderbouwing moeten hebben. Dit voorkomt willekeur en bevordert een zorgvuldige afweging van alle medische adviezen.
Conclusie
Samenvattend kan worden gesteld dat een second opinion van een bedrijfsarts niet bindend is, maar wel een belangrijk instrument vormt in het proces van medische beoordeling in de arbeidsgezondheidszorg. Het biedt werknemers een mogelijkheid om een onafhankelijke beoordeling te verkrijgen en kan bijdragen aan meer vertrouwen in het medische adviesproces.
Hoewel het advies van een second opinion niet bindend is, wordt van beide partijen verwacht dat zij het advies serieus overwegen en integreren in hun besluitvorming. Het niet opvolgen van het advies vereist een goede onderbouwing, zeker als het gaat om het nemen van belangrijke beslissingen met betrekking tot de werkhervatting of het re-integratieproces.
Ter afsluiting, het is essentieel dat zowel werkgevers als werknemers op de hoogte zijn van hun rechten en plichten rondom second opinions, en dat zij adequaat gebruikmaken van de protocollen en richtlijnen die beschikbaar zijn om tot een weloverwogen en rechtvaardig besluit te komen.