Beoordeling van de WIA-beslissing met Terugwerkende Kracht

Inleiding

Wanneer een werknemer langdurig ziek is, ontstaat na 104 weken arbeidsongeschiktheid het recht op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) neemt de beslissing of en wanneer iemand in aanmerking komt voor de WIA. In sommige gevallen kan een WIA-beslissing met terugwerkende kracht worden herzien, wat kan leiden tot vragen en geschillen over de rechtmatigheid van een dergelijke beslissing.

Wettelijk Kader en Protocollen

De WIA-regeling is vastgesteld in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Volgens deze wet heeft een werknemer recht op een WIA-uitkering na 104 weken van ziekte, mits er een duurzaam verlies van arbeidsvermogen is vastgesteld. Het UWV is verantwoordelijk voor de beoordeling van het arbeidsvermogen van de werknemer en de toekenning van de WIA-uitkering.

Volgens de wet mag het UWV beslissingen herzien als er nieuwe feiten of omstandigheden naar voren komen, of als eerdere beslissingen gebaseerd waren op onjuiste of onvolledige informatie. Dit staat beschreven in artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de context van de WIA betekent dit dat een herziening met terugwerkende kracht mogelijk is, mits aan de wettelijke voorwaarden is voldaan.

Vakliteratuur en Protocollen

In de vakliteratuur wordt benadrukt dat beslissingen over de WIA zorgvuldig en transparant moeten worden genomen. Het UWV volgt hiervoor het “Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten” dat richtlijnen biedt voor het beoordelen van arbeidsongeschiktheid. Dit besluit legt uit hoe arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen de mate van arbeidsongeschiktheid vaststellen.

Daarnaast zijn er protocollen voor de communicatie tussen het UWV, de werkgever en de werknemer. Deze protocollen zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat alle partijen goed geïnformeerd zijn over het proces en de criteria die worden gebruikt voor het nemen van beslissingen over arbeidsongeschiktheid.

Jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB)

De jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) biedt inzicht in hoe eerdere zaken met betrekking tot WIA-beslissingen zijn beoordeeld. Een relevante zaak is te vinden in de uitspraak van de CRvB van 30 januari 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BY9958. In deze zaak werd vastgesteld dat het UWV beslissingen met terugwerkende kracht kan herzien, mits er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder in de beoordeling zijn betrokken.

Een andere belangrijke uitspraak is die van 15 april 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1196, waarin de CRvB oordeelde dat het UWV een zorgvuldige afweging moet maken voordat het een beslissing herzien. De Raad benadrukte dat er een deugdelijke motivering moet zijn voor de herziening, en dat de belangen van de betrokken werknemer in acht moeten worden genomen.

Toepassing op de Gegeven Casus

In de context van de vraag of het UWV samen met de werkgever mag besluiten om een WIA-beslissing met terugwerkende kracht te herzien, is het cruciaal om te beoordelen of de herziening voldoet aan de wettelijke voorwaarden. Dit betekent dat er nieuwe feiten of omstandigheden moeten zijn die het rechtvaardigen om de beslissing te herzien.

Als de herziening zonder voldoende onderbouwing of motivering is gedaan, kan dit leiden tot een ongerechtvaardigde beslissing. In dat geval heeft de werknemer het recht om bezwaar te maken tegen de beslissing van het UWV. Het is raadzaam voor de werknemer om juridisch advies in te winnen om de mogelijkheden voor bezwaar of beroep te onderzoeken.

Conclusie

Het UWV heeft de bevoegdheid om WIA-beslissingen met terugwerkende kracht te herzien, mits aan de voorwaarden van de Algemene wet bestuursrecht wordt voldaan. Dit betekent dat de beslissing moet zijn gebaseerd op nieuwe feiten of omstandigheden. Het is belangrijk dat het UWV een zorgvuldige afweging maakt en de beslissing deugdelijk motiveert. Werknemers die zich benadeeld voelen door zo’n herziening, hebben het recht om bezwaar te maken en kunnen juridische stappen ondernemen om hun belangen te beschermen.