Mag een werknemer de arts bij een second opinion zelf kiezen?

Het recht op een second opinion is een belangrijk onderdeel van het arbeidsmedische proces. Het biedt werknemers de mogelijkheid om een tweede, onafhankelijke mening te verkrijgen over een medische beoordeling die invloed kan hebben op hun werk en gezondheid. In Nederland is het recht op een second opinion vastgelegd in de Wet verbetering poortwachter en andere relevante wetgeving. De vraag of een werknemer zelf de arts kan kiezen bij een second opinion is echter een complex onderwerp dat afhangt van diverse protocollen, vakliteratuur en jurisprudentie.

Wetgeving en richtlijnen

De Wet verbetering poortwachter en de Arbowetgeving vormen de basis voor het recht op een second opinion in Nederland. Volgens deze wetten heeft een werknemer het recht om een second opinion aan te vragen als er twijfel bestaat over de beoordeling van de bedrijfsarts. De second opinion is een onafhankelijke beoordeling door een andere bedrijfsarts. Het doel is om de objectiviteit en betrouwbaarheid van medische beoordelingen te waarborgen.

Keuze van de arts

In de praktijk is het zo dat de werknemer het recht heeft op een second opinion, maar de keuze van de arts ligt niet volledig bij de werknemer. Het is belangrijk om te begrijpen hoe dit proces werkt:

• Procedure: De werknemer kan bij de bedrijfsarts aangeven dat hij of zij een second opinion wenst. De bedrijfsarts is vervolgens verantwoordelijk voor het faciliteren van dit proces. Dit betekent dat de bedrijfsarts contact opneemt met een onafhankelijke bedrijfsarts voor de second opinion.
• Keuzevrijheid: Hoewel de werknemer het verzoek voor een second opinion kan initiëren, heeft hij of zij niet de volledige vrijheid om zelf een arts te kiezen. De bedrijfsarts moet zorgen voor een onafhankelijke en objectieve second opinion en heeft daarom vaak een netwerk of een lijst van onafhankelijke bedrijfsartsen waarmee wordt samengewerkt.
• Onpartijdigheid: Het is cruciaal dat de arts die de second opinion uitvoert, onafhankelijk is van de eerste bedrijfsarts. Dit betekent dat er geen directe samenwerkingsrelatie moet bestaan tussen de artsen die de eerste beoordeling en de second opinion uitvoeren.

Jurisprudentie

De Centrale Raad van Beroep (CRvB), het hoogste rechtscollege op het gebied van sociale verzekeringen en ambtenarenzaken in Nederland, heeft diverse uitspraken gedaan die relevant zijn voor het recht op een second opinion en de keuze van de arts. In de uitspraak CRvB 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BA4167, werd het belang van een onafhankelijke second opinion benadrukt. De CRvB stelde dat de second opinion moet worden uitgevoerd door een arts die geen belangenconflict heeft en volledig onafhankelijk kan opereren van de eerste bedrijfsarts.

In een andere zaak, CRvB 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:BY8714, werd bevestigd dat de werkgever verplicht is om mee te werken aan de second opinion en dat de werknemer recht heeft op een objectieve beoordeling. Deze jurisprudentie onderstreept de noodzaak van onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij het kiezen van de arts voor een second opinion.

Vakliteratuur en protocollen

Volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) is het van belang dat de second opinion wordt uitgevoerd door een arts die volledig onafhankelijk is van de eerste bedrijfsarts. De NVAB stelt dat het proces voor een second opinion transparant en eerlijk moet zijn, waarbij de onafhankelijkheid van de tweede arts gewaarborgd is.

Vakliteratuur benadrukt vaak het belang van transparantie en vertrouwen in het proces van een second opinion. Het feit dat de werknemer niet zelf de arts mag kiezen, kan worden gezien als een manier om de objectiviteit en integriteit van de beoordeling te beschermen. Het doel is om ervoor te zorgen dat de second opinion niet wordt beïnvloed door persoonlijke keuzes of voorkeuren die de objectiviteit kunnen ondermijnen.

Conclusie

Hoewel werknemers in Nederland het recht hebben op een second opinion, ligt de keuze van de arts niet volledig in hun handen. De bedrijfsarts speelt een centrale rol in het faciliteren van de second opinion en zorgt ervoor dat deze wordt uitgevoerd door een onafhankelijke arts. Dit is cruciaal om de objectiviteit, betrouwbaarheid en onpartijdigheid van de beoordeling te waarborgen. De bestaande wetgeving, jurisprudentie en richtlijnen benadrukken het belang van een onafhankelijke en eerlijke procedure voor second opinions in het arbeidsmedische veld.