De Gevolgen van het Niet Opdagen bij de Bedrijfsarts
Het niet verschijnen bij de bedrijfsarts kan aanzienlijke gevolgen hebben voor zowel de werknemer als de werkgever. In dit artikel wordt uitgelegd wat er kan gebeuren als een werknemer niet op een afspraak bij de bedrijfsarts verschijnt, en welke protocollen en juridische overwegingen hierbij een rol spelen. We zullen ook relevante vakliteratuur en jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) bespreken.
Protocollen en Reglementen
In Nederland is er een wettelijke verplichting voor zowel werkgever als werknemer om mee te werken aan het re-integratieproces bij ziekte. Deze verplichting is vastgelegd in de Wet verbetering poortwachter. Een belangrijk onderdeel van dit proces is de begeleiding door de bedrijfsarts. Het niet nakomen van deze afspraak kan daarom consequenties hebben.
Volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) is het van belang dat werknemers open en constructief communiceren met de bedrijfsarts. Wanneer een werknemer niet verschijnt, kan dat worden gezien als een gebrek aan medewerking, wat in strijd is met de verplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter.
Gevolgen voor de Werknemer
Indien een werknemer zonder geldige reden niet verschijnt bij de bedrijfsarts, kan de werkgever verschillende maatregelen overwegen:
Gevolgen voor de Werkgever
Voor werkgevers is het van belang om zorgvuldig te handelen wanneer een werknemer niet verschijnt bij de bedrijfsarts. Werkgevers moeten aantonen dat zij hun verplichtingen zijn nagekomen en de werknemer voldoende hebben geïnformeerd over de gevolgen van het niet verschijnen.
Werkgevers kunnen ook overwegen om het probleem te bespreken met de arbodienst of de eigen bedrijfsarts om te bepalen welke vervolgstappen gepast zijn. Dit kan bijvoorbeeld het aanbieden van een nieuwe afspraak zijn, of het onderzoeken van de reden waarom de werknemer niet is verschenen.
Jurisprudentie van de CRvB
Een belangrijke uitspraak die licht werpt op de situatie waarin een werknemer niet verschijnt bij de bedrijfsarts, is de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 18 februari 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BH2589. In deze zaak werd geoordeeld dat een werknemer die niet verschijnt bij de bedrijfsarts, zonder dat daar een goede reden voor is, zijn re-integratieverplichtingen verzaakt.
De CRvB oordeelde dat de werkgever in dit geval gerechtigd was om het loon op te schorten. De uitspraak benadrukt het belang van medewerking door de werknemer aan het re-integratieproces en de rol van de bedrijfsarts daarin.
Conclusie
Het niet verschijnen bij de bedrijfsarts kan ernstige gevolgen hebben voor de werknemer, waaronder loonopschorting of -stopzetting en mogelijk zelfs ontslag. Voor de werkgever is het van belang om zorgvuldig te werk te gaan en alle stappen goed te documenteren.
De jurisprudentie van de CRvB onderstreept het belang van medewerking aan het re-integratieproces en bevestigt dat werkgevers gerechtigd zijn om maatregelen te nemen wanneer een werknemer niet verschijnt bij de bedrijfsarts zonder geldige reden.
Tot slot is het raadzaam voor werknemers om altijd tijdig te communiceren met hun werkgever en de bedrijfsarts indien ze niet kunnen verschijnen op een geplande afspraak, om zo onnodige complicaties te voorkomen.